Hof Amsterdam oordeelt dat X bv een voorziening van € 600.000 mag vormen in verband met de mogelijkheid dat zij wordt aangesproken omdat zij niet tijdig de verjaringstermijn heeft gestuit in een civiele procedure.

X bv exploiteert een advocatenpraktijk. In haar VPB-aangifte 2013 is een buitengewone last opgenomen van € 600.000. Deze buitengewone last ziet op een schadevergoeding in verband met het niet stuiten van de verjaringstermijn in een civiele procedure die X bv heeft gevoerd. In geschil is of X bv de voorziening van € 600.000 mag vormen ten laste van haar winst.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bv een voorziening van € 600.000 mag vormen in verband met de mogelijkheid dat zij wordt aangesproken omdat zij niet tijdig de verjaringstermijn heeft gestuit in een civiele procedure. X bv moet er op balansdatum namelijk ernstig rekening mee houden dat zij door haar cliënt zou kunnen worden aangesproken wegens het niet tijdig stuiten van de verjaring. Dat X bv daartoe op balansdatum (formeel) door haar cliënt nog niet aansprakelijk voor is gesteld, is niet van belang. Over de omvang van de voorziening merkt het hof op dat de inspecteur onvoldoende specifiek verweer heeft gevoerd tegenover de onderbouwing die X bv heeft gegeven voor de omvang van de door haar gevormde voorziening. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 mei

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen