Het HvJ EU oordeelt dat Duitsland de splittingfaciliteit niet aan Duitse inwoners van Zwitserland mag ontzeggen. Het HvJ EU wijst daarbij op de EG-overeenkomst met Zwitserland uit 1999.

Katja Ettwein en haar echtgenoot hebben de Duitse nationaliteit. Zij oefenen beiden een zelfstandige beroepsactiviteit uit en verwerven hun inkomen geheel in Duitsland. Op 1 augustus 2007 emigreren zij naar Zwitserland. Zij blijven hun beroepsactiviteiten uitoefenen in Duitsland. In hun IB-aangifte 2008 verzoeken de heer en mevrouw Ettwein om toepassing van de zogenaamde "splitting". Volgens de Duitse fiscus kan het echtpaar de faciliteit echter niet toepassen, omdat zij noch in de EU wonen noch in een bij de EER-Overeenkomst aangesloten staat. De Duitse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat Duitsland de splittingfaciliteit niet aan inwoners van Zwitserland mag ontzeggen. Volgens het HvJ EU blijkt uit de EG-overeenkomst met Zwitserland uit 1999 dat Duitsland de faciliteit niet mag ontzeggen aan haar onderdanen die onbeperkt belastingplichtig zijn voor de Duitse IB, alleen omdat hun woonplaats in Zwitserland is gelegen.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Derde Kamer), Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 13 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen