Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de kosten van internationale telefoongesprekken wel voor vergoeding in aanmerking komen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Aan X, die in Duitsland woont, is een naheffingsaanslag MRB opgelegd van € 93 en een verzuimboete van € 52. Rechtbank Gelderland vernietigt de aanslag en de boete. In hoger beroep stelt X dat hij ten onrechte geen proceskostenvergoeding heeft gekregen. Het gaat om € 23,63 voor porto-, telefoon- en kantoorkosten en € 52 voor de tijd en moeite die het heeft gekost om de boete aan te vechten.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/8.1.6) oordeelt dat de kosten van internationale telefoongesprekken op grond van art. 1 onderdeel e BPB wel voor vergoeding in aanmerking komen. In eerste aanleg gaat hem om € 2,73 en in hoger beroep om € 8,19. Het beroep van X is deels gegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 1
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 februari