De Europese Commissie kan nog in hoger beroep gaan tegen het oordeel van het Gerecht van de Europese Unie in de Starbuckszaak. Of daadwerkelijk hoger beroep wordt ingesteld, is nog niet bekend. Daarnaast zou de Europese Commissie ook een nieuw besluit kunnen nemen, waarin zij alsnog probeert aan te tonen dat er sprake was van een voordeel. Dat schrijft staatssecretaris Snel van Financiën aan de Tweede Kamer.

Het Gerecht verklaarde het besluit van de Europese Commissie in de Starbuckszaak nietig (V-N 2019/49.11). Volgens de Europese Commissie is met een Advanced Pricing Agreement (APA) staatssteun verleend aan Starbucks Manufacturing bv die onverenigbaar is met de interne markt (V-N 2015/55.5).

Hat kabinet tekende beroep aan bij het Gerecht tegen het besluit van de Europese Commissie. Het Gerecht gaat in het arrest van 24 september 2019 in op de vraag (i) of de toets van de zakelijkheid van de beloning op basis van het nationale recht dient plaats te vinden of op basis van een EU- zakelijkheidsbeginsel, (ii) of de Europese Commissie zakelijkheid van de beloning mag toetsen in het kader van de staatssteunregels, en (iii) of de APA voordeel verleent.

Volgens de staatssecretaris dient de staatssteuntoets plaats te vinden op basis van de nationale wet- en regelgeving. Hat kabinet onderschrijft het belang en de mogelijkheid van de Europese Commissie om onderzoek te doen naar fiscale rulings.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 22 november

Focus: Focus

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen