Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de tussen echtelieden overeengekomen resultaatverdeling van een door hen in firmaverband gedreven winkel onzakelijk is. Navorderingsaanslagen gehandhaafd.

Belanghebbende, X, werkt fulltime bij B bv. Daarnaast exploiteert X samen met zijn echtgenote een brocante-winkel in firmaverband. X houdt zich gemiddeld vijf uur per week met de winkel bezig. Zijn echtgenote gemiddeld veertig tot vijftig uur per week. De jaren 2005 tot en met 2014 zijn verliesgevend. De negatieve resultaten zijn volledig aan X toegerekend. Naar aanleiding van een boekenonderzoek maakt de inspecteur winstcorrecties omdat hij de verdeling van het resultaat niet zakelijk vindt. De inspecteur stelt de winst-/verliesverdeling tussen X en zijn echtgenote vast op 50%-50%. Gevolg zijn onder andere de aan X opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV 2011 t/m 2013.

Hof 's-Hertogenbosch beslist dat er geen sprake is van een ambtelijk verzuim, maar van een nieuw feit op grond waarvan navordering mogelijk is. De inspecteur mocht bij het opleggen van de primitieve aanslagen uitgaan van de juistheid van de ingediende aangiften. Deze maakten een verzorgde indruk en zijn ingediend door een professioneel administratiekantoor. De tussen de echtelieden overeengekomen resultaatverdeling weerspiegelt niet het economisch belang van X in de onderneming. Door te accepteren dat 50% van het verlies bij X in aanmerking wordt genomen, zijn de navorderingsaanslagen eerder op een te laag dan op een te hoog bedrag vastgesteld. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 november

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen