De Hoge Raad oordeelt dat het bedrag van € 1,5 mln het vermogen van X op 1 januari 2013 niet heeft verlaten. Dit bedrag behoort dan ook tot het box 3-vermogen van X.

X richt op 31 december 2012 A bv op. Op diezelfde datum stort X € 1,5 mln aan agio op de derdenrekening van de notaris die A bv heeft opgericht. Enkele weken later wordt het geld op een rekening van A bv gestort. A bv gebruikt dit geld voor de aanschaf van grond en andere activa. De inspecteur corrigeert de IB-aangifte 2013 van X. De inspecteur rekent het bedrag van € 1,5 mln tot het box 3-vermogen van X.

De Hoge Raad oordeelt dat X vóór 1 januari 2013 geen afdwingbare verplichting heeft aanvaard om het op de derdenrekening van de notaris gestorte bedrag aan A bv te voldoen. X was dan ook de enige rechthebbende tot dat bedrag, zodat het zijn vermogen op dat moment niet had verlaten. Daarbij is niet van belang dat het bedrag enkele weken later naar een rekening van A bv is overgemaakt. Ook acht de Hoge Raad niet van belang dat de notaris, op grond van art. 25 Wet op het Notarisambt, bij uitsluiting bevoegd is tot het beheer en de beschikking over derdenrekening. De inspecteur heeft het bedrag terecht tot het box 3-vermogen van X gerekend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 juli

Carrousel: Carrousel

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen