Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opslagtanks op het terrein van X bv aangemerkt moeten worden als onroerende zaken.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een terrein met diverse opslagtanks. De tanks staan in betonnen tankputten of een put van zand. Om te voorkomen dat ze omvallen, zijn sommigen (al dan niet via rokken) gemonteerd aan beton. X bv gebruikt de tanks voor opslag en distributie en het mengen van oliën en vetten. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. X bv stelt dat een tank roerend is dan wel in zijn geheel een onroerend werktuig dat onder de werktuigenvrijstelling valt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opslagtanks op het terrein van X bv aangemerkt moeten worden als onroerende zaken. Volgens het hof is het naar buiten toe kenbaar dat de opslagtanks zijn geplaatst met de bedoeling deze voor langere tijd te laten staan en derhalve met de bedoeling deze tanks duurzaam ter plaatse te laten blijven. Dit gelet op het bedrijf van X bv en de inrichting van het terrein, waaronder het (gedeeltelijk) vaste leidingnetwerk, de funderingen en de betonnen putten waarin een deel van de tanks is geplaatst. Het hof is het met de heffingsambtenaar eens dat alleen het roerwerk van de opslagtanks valt onder het bereik van de werktuigenvrijstelling. Het hof verlaagt wel de WOZ-waarde omdat de heffingsambtenaar bij de waardering is uitgegaan van een te groot aantal tanks en een te hoge waarde per tank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 16 augustus

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen