Belanghebbende, X bv, gaat in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking 2014 van een winkelpand in de gemeente Arnhem.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde van het winkelpand terecht is voorbij gegaan aan het eigen huurcijfer. Het huurcontract uit 1998, dat voor de laatste keer verlengd is in 2011, is volgens de rechtbank geen afspiegeling van de marktsituatie rondom de waardepeildatum 1 januari 2013. Bovendien is niet bekend onder welke voorwaarden heronderhandeling heeft plaatsgevonden en of huurder en verhuurder hun posities vrij konden bepalen. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de door hem gehanteerde huurwaarde en kapitalisatiefactor aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank gaat voorbij aan de fout in de tenaamstelling van de WOZ-beschikking, nu er in redelijkheid geen twijfel bestond over de vraag voor wie de WOZ-beschiking en de aanslag OZB bestemd waren (HR 31 augustus 1998, nr. 33.569, BNB 1998/335). Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17