Op 17 maart 2016 wordt de Stichting Ondernemersfonds gemeente X (het ondernemersfonds) opgericht. Ter bekostiging van het fonds houdt gemeente X met ingang van 2016 jaarlijks bij het vaststellen van de OZB-verordening rekening met een OZB-opslag voor niet-woningen van 0,033% voor eigenaren en 0,027% voor gebruikers. In overleg met LTO is afgesproken dat agrariërs de OZB-opslag terugkrijgen. Ook andere (groepen van) ondernemers kunnen, onder voorwaarden, deze OZB-opslag terugkrijgen (retributieregeling). Enkele eigenaren en gebruikers van WOZ-objecten in gemeente X zijn het hier niet mee eens.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat gemeente X OZB heft naar een tarief dat verdergaand is gedifferentieerd dan waartoe art. 220f Gem. wet de mogelijkheid biedt. Dit volgt uit de samenhang tussen de verordening en de retributieregeling. De OZB-verordening 2021 is onverbindend voor zover het OZB-tarief betrekking heeft op de OZB-opslag. De rechtbank vermindert de OZB-aanslagen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 21 juli