X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Tilburg. De naheffing bestaat uit € 1 nageheven parkeerbelasting en € 54 aan kosten.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de hoogte van de naheffingsaanslag in de gemeente Tilburg in overeenstemming is met de kostennorm van art. 234, lid 7 Gemeentewet. De hoogte van de kostencomponent van de naheffingsaanslag is aan wettelijke grenzen gebonden (zie art. 2 en 3 Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen). Zo mag de gemeente alleen de in het besluit genoemde kostenposten verhalen, mag de gemeente geen winst maken en is het bedrag van de kostencomponent aan een maximum gebonden. De heffingsambtenaar heeft het verwijt van dubbeltelling van kosten weten te ontzenuwen. De rechtbank verwerpt de niet onderbouwde stelling van X dat er in de post ‘Parkeertoezicht door derden’ een groot aantal werkzaamheden staat die niet onder art. 2 van het besluit vallen. Ook de grief van X gericht tegen de raming van het aantal op te leggen naheffingsaanslagen faalt. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 december