Hof Amsterdam oordeelt dat de pensioenaanspraak onzuiver is geworden. De pensioenaanspraak moet dan in 2008 tot het loon van X worden gerekend.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv, B bv en C bv. Op grond van een pensioentoezegging aan X uit 1989 doteert B bv jaarlijks aan een pensioenvoorziening. X heeft op 12 juli 2008 de 65-jarige leeftijd bereikt. De pensioenvoorziening bedraagt ultimo 2007 € 668.505. Ultimo 2008 staat de pensioenvoorziening niet meer op de balans. Omdat in de VPB-aangiften 2008 en 2009 geen vrijval van de pensioenvoorziening is opgenomen, en geen pensioenuitkeringen hebben plaatsgevonden, legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2008 aan X op, waarbij hij de pensioenvoorziening bij X belast. De bijtelling bedraagt € 964.777.

Hof Amsterdam oordeelt dat de pensioenaanspraak onzuiver is geworden. Hierdoor moet de pensioenaanspraak in 2008 tot het loon van X worden gerekend. Het hof wijst er daarbij op dat B bv geen pensioenuitkeringen aan X heeft gedaan en dat ook niet een bedrag als koopsom is voldaan. Verder is het hof van mening dat X niet aannemelijk maakt dat B bv in 2008 niet meer over de middelen beschikte om aan haar pensioenverplichting te voldoen. Het hof vermindert de bijtelling uiteindelijk nog wel tot het door B bv gereserveerde bedrag van € 668.505.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 augustus

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen