Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat het gehele pensioen van X - inclusief het aan zijn ex-echtgenote Y doorbetaalde deel - terecht is aangemerkt als bijdrage-inkomen in de zin van de Zvw. Op het pensioen van X zijn de juiste bedragen aan bijdragen Zvw ingehouden.

X en Y zijn 28 jaar elkaars echtelieden als het huwelijk in 1994 door echtscheiding wordt ontbonden. Het ABP keert maandelijks vanaf 1 december 2003 het pensioen van X uit, onder inhouding van loonheffing en de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw), waarbij een deel van het aldus resterende bedrag aan X alsmede aan Y is betaald. Aan Y komt toe hetgeen X haar over de periode tot einde huwelijk uit hoofde van de pensioenverrekening op grond van het Boon/van Loon arrest uit 1981 is verschuldigd. In geschil is of in de jaren 2012 en 2013 het gehele pensioen van X inclusief het aan zijn ex-echtgenote doorbetaalde deel – terecht is aangemerkt als bijdrage-inkomen in de zin van de Zvw en of daarmee op zijn pensioen juiste bijdragen Zvw zijn ingehouden. De rechtbank is van oordeel dat de gehele pensioenuitkering behoort tot het bijdrage-inkomen van X en dat X daarover de bijdrage Zvw is verschuldigd. Dat het ABP de pensioenuitkeringen voor een deel rechtstreeks uitbetaalt aan de ex-partner van X , maakt het vorenstaande niet anders.

Hof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 43

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 november

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen