Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Ede bij de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde volgens de Taxatiewijzer terecht de levensduur van de installaties heeft verlengd en terecht geen correctie voor functionele veroudering heeft toegepast.

X is eigenaar en gebruiker van een dagactiviteitencentrum. De heffingsambtenaar stelt de waarde voor belastingjaar 2017 vast op € 1.631.000. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep. In geschil is onder andere de functionele veroudering van het object. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de last om de gecorrigeerde vervangingswaarde aannemelijk te maken bij de heffingsambtenaar ligt. De heffingsambtenaar heeft gebruikt gemaakt van het juiste archetype uit de Taxatiewijzer Verzorging en heeft terecht een aantal correcties toegepast. De installaties hebben hun levensduur en restwaarde bereikt. Omdat het gebouw en de installaties normaal functioneren en het huidige gebruik van het gebouw niet op korte termijn zal worden beëindigd, mocht de heffingsambtenaar de levensduur verlengen (vergelijk Hof Arnhem-Leeuwarden van 20 maart 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:2604) naar 25 jaar (tot 2022). Het hof acht het redelijk dat de heffingsambtenaar ervan is uitgegaan dat de installaties op waardepeildatum nog een restwaarde hadden. X maakt niet aannemelijk dat sprake is van een belemmering van gebruiksmogelijkheden en van excessieve gebruikskosten. De enkele stelling dat het pand hokkerig is, 20 jaar oud en de gebruikskosten daarom hoger liggen dan de gebruikskosten van vergelijkbare nieuwbouw is daartoe onvoldoende. Er is geen aanleiding voor een correctie op grond van doelmatigheid en excessieve gebruikskosten. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen