Rechtbank Gelderland oordeelt dat een papierfabriek voor de toepassing van de Wet WOZ moet worden aangemerkt als een zogeheten incourante onroerende zaak. Het beroep op het Pieperschuurarrest faalt daarom.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een papierfabriek gelegen in de gemeente Brummen. In geschil is de WOZ-waarde 2015.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat een papierfabriek voor de toepassing van de Wet WOZ moet worden aangemerkt als een zogeheten incourante onroerende zaak. Dit omdat aannemelijk is dat voor papierfabrieken geen markt is, in die zin dat papierfabrieken niet min of meer regelmatig worden verkocht (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 8 juli 2014, nr. 13/00834, V-N 2014/45.25.10). De rechtbank verwerpt op grond van het voorgaande het beroep van X bv op het Pieperschuurarrest (HR 31 mei 1995, nr. 29.224, BNB 1995/228), dat bepaalt dat de gecorrigeerde vervangingswaarde van courante onroerende zaken niet meer kan bedragen dan de waarde in het economische verkeer. De heffingsambtenaar heeft op basis van gecorrigeerde vervangingswaarde aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

8

Gerelateerde artikelen