Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de nieuwe stelling over art. 16a Wet BPM 1992 geen uitgebreide voorbereidingstijd van de inspecteur vergt om hierop naar behoren te kunnen reageren. Er is dus geen aanleiding om de pleitnota tardief te verklaren.

X bv doet in augustus 2017 BPM-aangifte voor drie Ford Focus Wagons 1.0 Titanium en voldoet aldus € 6952. Volgens Rechtbank Gelderland is één auto pas in oktober 2017 tenaamgesteld, zodat X bv recht heeft op een extra leeftijdskorting en een teruggaaf van € 128. In hoger beroep stuurt X bv per fax vier werkdagen voor de zitting een pleitnota van negen pagina's naar het hof, waarin zij een beroep doet op art. 16a Wet BPM 1992 (tenaamstelling binnen twee maanden na het nieuwe BPM-tarief). Volgens de inspecteur is de pleitnota tardief.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de nieuwe stelling geen uitgebreide voorbereidingstijd van de inspecteur vergt om hierop naar behoren te kunnen reageren. Er is dus geen aanleiding om de pleitnota tardief te verklaren. Volgens de berekening van X heeft zij door toepassing van art.16a recht op een teruggaaf van in totaal € 754 en de inspecteur betwist de berekening niet. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. De teruggaaf houdt geen verband met een door de inspecteur ingenomen standpunt en met de op aangifte verschuldigde BPM. Er bestaat daarom geen recht op belastingrente (art. 30ha AWR).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:57

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 28 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen