Rechtbank Oost-Brabant laat de redelijke termijn op een later moment aanvangen vanwege de procesopstelling van (de gemachtigde van) X.

X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-beschikking 2019 van zijn woning. Op zitting vraagt X de rechtbank om een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Oost-Brabant laat de redelijke termijn op een later moment aanvangen vanwege de procesopstelling van (de gemachtigde van) X. De gemachtigde heeft erop aangedrongen de hoorzittingen later in het jaar te houden. Uiteindelijk heeft de hoorzitting in dit dossier plaatsgevonden op 16 oktober 2019, op 18 september 2019 heeft de gemachtigde een aanvullend bezwaarschrift ingediend bij de gemeente. De rechtbank houdt laatstgenoemde datum aan als startdatum voor de redelijke termijn. Daarvan uitgaande is de redelijke termijn niet overschreden. De rechtbank wijst het verzoek van X om een schadevergoeding dan ook af. Het beroep tegen de WOZ-beschikking verklaart de rechtbank ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 28 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen