Rechtbank Den Haag overweegt dat belanghebbende in beroep procesbelang heeft ondanks het feit dat in bezwaar zijn navorderingsaanslagen IB/PVV al zijn verlaagd naar nihil.

Aan Belanghebbende en zijn ex-echtgenoot, inmiddels oud belastingdienstmedewerkers, zijn navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. Onderdeel van deze aanslagen zijn hun belastbare inkomens uit werk en woning in verband met een aantal woningen die zij hebben. In bezwaar heeft de inspecteur de navorderingsaanslag van belanghebbende verlaagd naar nihil en de correcties die waren opgenomen in zijn navorderingsaanslag opgelegd aan de ex-echtgenoot. Belanghebbende komt in beroep met diverse formele bezwaren waaronder strijd met abbb’s. De inspecteur stelt onder andere dat de belanghebbende geen procesbelang heeft.

Rechtbank Den Haag overweegt dat belanghebbende in beroep procesbelang heeft ondanks het feit dat in bezwaar zijn navorderingsaanslagen IB/PVV al zijn verlaagd naar nihil. Omdat niet kan worden gezegd dat het beroep belanghebbende niet in een betere positie kan brengen, acht de rechtbank zijn beroepen ontvankelijk (vgl. HR BNB 2017/203). Het rechtsmiddel biedt immers de mogelijkheid dat de rechtbank op andere, door eiseres (nader) aan te voeren, gronden tot het oordeel zou komen dat de aanslagen lager moeten worden vastgesteld. Het beroep wordt uiteindelijk ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 26 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen