De heffingsambtenaar van de gemeente Breda legt aan belanghebbenden met dagtekening 25 augustus 2010 een WOZ-beschikking ozb-2010 op ex. art. 28 Wet WOZ (medebelanghebbendebeschikking). Met instemming van de gemeente stellen belanghebbenden tegen deze beschikking rechtstreeks beroep (prorogatie) in bij Rechtbank Breda. Belanghebbenden bepleiten een verlaging van de WOZ-waarde 2010 van € 280.000 naar € 196.000.
Rechtbank Breda oordeelt dat de WOZ-waarde 2010 verlaagd moet worden naar € 210.000 op basis van de twee verkoopcijfers van de woning uit 2011. De verkoopcijfers uit 2011 moeten bij de waardering over 2010 worden meegenomen. De woning is op 17 januari 2011 verkocht voor € 187.500 en op 20 april 2011 opnieuw, nu voor een bedrag van € 196.000. De rechtbank passeert de referentiewoningen die de gemeente ter onderbouwing van haar waarde van € 280.000 aanvoert, daarbij overwegende dat dit standaardwoningen zijn terwijl de woning van belanghebbenden een afwijkende perceelsvorm heeft en weinig mogelijkheden tot uitbouw heeft door de specifieke ligging en het bestemmingsplan. De rechtbank acht de door belanghebbenden bepleite waarde van € 196.000 te laag en stelt de waarde in goede justitie vast op € 210.000. Het beroep van belanghebbenden is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Breda