Brief Staatssecretaris van Financiën, 2 juni 2014 DB/2014/208M
De Staatssecretaris van Financiën heeft aan de Tweede Kamer een brief geschreven die zijn reactie bevat op het verslag van een schriftelijk overleg over een brief van 6 december 2013 (V-N 2014/2.9) van zijn voorganger waarin die inging op pensioen in eigen beheer, omklemming fiscale oudedagsreserves en stakingslijfrenten en verruiming van kleine afkoopregeling lijfrenten. Hij stelt dat aanpassing van de regeling voor pensioen in eigen beheer alleen zinvol is als de regelgeving structureel eenvoudiger en begrijpelijker wordt voor zowel de directeur-grootaandeelhouder als de Belastingdienst. Hij vindt dat we, zo mogelijk, af moeten van de ingewikkelde verschillen tussen de fiscale en civiele waarderingsregels bij het eigen beheer. In de brief van 6 december 2013 waren drie oplossingsrichtingen geschetst. Hij vindt dat daarvan de derde variant, nl. de invoering van een geheel nieuw systeem, en wel een fiscale reserve in eigen beheer voor de oude dag, objectief gezien de meeste aanknopingspunten biedt voor een echte vereenvoudiging. Hij werkt momenteel aan een verdere uitwerking van deze variant. Bij de vierde variant, die was aangedragen tijdens het overleg, en die de beschikbarepremieregeling met een vast oprentingspercentage betreft, heeft hij er zijn twijfels over dit werkelijk tot een vereenvoudiging leidt. Hij is echter wel bereid om te onderzoeken of een nieuw regime, waarin oprenting met een vast percentage een belangrijk ingredient is, kans van slagen heeft. De beoogde fiscale eenvoud kan echter tot civiele complicaties leiden vanwege de mogelijke eis tot commerciële herwaardering.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 juni