Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de heer X niet aannemelijk maakt, laat staan overtuigend aantoont, dat zijn inkomen uit werk en woning lager is dan € 50.000.

In geschil is de ambtshalve aan belanghebbende, de heer X, opgelegde IB-aanslag over 2008. X stelt aanvankelijk dat de aanslag niet terecht is, omdat hij in 2008 niet in Nederland heeft gewerkt. Hij zou zijn onderhouden door een vriendin waarvan hij de naam niet meer weet. X zou eerst bij zijn broer in Duitsland hebben gewoond en pas in de loop van 2008 naar Nederland zijn gekomen. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij zijn schatting terecht is uitgegaan van een 40-urige werkweek in de bouw van € 25 bruto per uur. X heeft in zijn VAR-aanvraag namelijk een verwachte omzet vermeld van € 22.500 (900 uur) en er is ook btw-aangifte gedaan. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt, laat staan overtuigend aantoont, dat zijn inkomen uit werk en woning lager is dan € 50.000. X stelt thans vergeefs dat hij fulltime in Nederland heeft gewerkt tegen een uurloon van slechts € 8. In de kasstaten waarin deze betalingen zouden staan, komen namelijk ook betalingen aan hem uit 2006 en 2007 voor. Voorts blijkt er niet uit welke arbeidsduur er mee gemoeid zou zijn geweest. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 6 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen