De Staatssecretaris van Financiën heeft richting de Tweede Kamer gereageerd op een aantal technische vragen die tijdens het algemeen overleg over btw-vraagstukken op 2 juni jl. aan de orde zijn gesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft richting de Tweede Kamer gereageerd op een aantal technische vragen die tijdens het algemeen overleg over btw-vraagstukken op 2 juni jl. aan de orde zijn gesteld. Tevens heeft hij de Tweede Kamer geïnformeerd over de manier waarop met twee aangenomen moties is omgegaan.

Op de vraag naar de ontwikkelingen met betrekking tot de fiscale eenheid en de reikwijdte ten aanzien van bijvoorbeeld grensoverschrijdende acties tussen Nederlandse entiteiten en buitenlandse vestigingen daarvan, antwoordt hij het volgende:

Op grond van de zogenoemde holdingresolutie kan een sturende en beleidsbepalende holding onder voorwaarden worden opgenomen in een fiscale eenheid. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bepaald dat dit beleid Unierechtelijk is toegestaan. De staatssecretaris heeft geen plannen om hieraan een einde te maken.

Met betrekking tot het Skandia-arrest van het Hof van Justitie EU heeft hij de Europese Commissie bericht dat de Hoge Raad heeft bepaald dat in Nederland zowel de vaste inrichting als ook de hoofdvestiging van een rechtspersoon deel uitmaken van een fiscale eenheid. Dit brengt met zich mee dat er geen sprake kan zijn van aan de heffing van omzetbelasting onderworpen prestaties tussen de hoofdvestiging van een rechtspersoon in Nederland en de vaste inrichting van diezelfde rechtspersoon in een andere EU-lidstaat. Deze situatie is wezenlijk anders dan de casus waarover het Hof van Justitie EU in de zaak Skandia uitspraak heeft gedaan. In deze zaak staat namelijk vast dat alleen de vaste inrichting als zodanig onderdeel uitmaakt van de fiscale eenheid in Zweden. In die specifieke casus volgt Nederland uiteraard het Skandia-arrest. De staatssecretaris heeft de Europese Commissie daarom bericht dat er in Nederland geen maatregelen nodig zijn om te verzekeren dat het Skandia-arrest wordt nageleefd. Dit standpunt is het bedrijfsleven bekend en zal worden gepubliceerd in een actualisering van een beleidsbesluit over vaste inrichtingen. Hij onderzoekt nog of naar aanleiding van het Skandia-arrest anti-misbruik bepalingen nodig zijn.

Lees ook de thema's Grensoverschrijdende btw: Goederen of diensten (ver)kopen in het buitenland en De holding in de btw.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 13 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen