Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar de proceskostenvergoeding voor het verschijnen ter hoorzitting ten onrechte heeft gematigd van € 265 tot € 30.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking. Er vindt een hoorzitting plaats en het bezwaar is gegrond. In geschil is of de heffingsambtenaar de kostenvergoeding voor de hoorzitting terecht heeft gematigd.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar de proceskostenvergoeding voor het verschijnen ter hoorzitting ten onrechte heeft gematigd van € 265 tot € 30. De heffingsambtenaar verwijt de gemachtigde van X een passieve houding op de hoorzitting, maar dit is volgens de rechtbank geen reden om de kostenvergoeding te beperken. De wet verplicht niet tot een actieve en open houding en daar komt nog bij dat er ook kritiek mogelijk is op de wijze waarop de heffingsambtenaar onderzoek heeft gedaan voorafgaand aan het nemen van de WOZ-beschikking. De rechtbank ziet ook geen bijzondere omstandigheden om de proceskostenvergoeding te matigen. Er zijn weliswaar veel bezwaren van dezelfde gemachtigde gegrond verklaard, maar de vergoeding wordt individueel toegekend en er is hier geen sprake van zaken die een sterke inhoudelijke samenhang vertonen, integendeel. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verhoogt de kostenvergoeding voor de bezwaarfase. Voor de beroepsfase is er wel samenhang met andere zaken van dezelfde gemachtigde en wordt de proceskostenvergoeding gematigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 28 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen