Rechtbank Breda oordeelt dat beide partijen de waarde van de grond van de golfbaan niet aannemelijk hebben gemaakt.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een golfterrein dat onderdeel uitmaakt van een golfcomplex. Het golfterrein bestaat uit holes, een driving range, omheining/hekwerk, parkeerterrein, grond van de golfbaan en grond bij niet-woningen. De heffingsambtenaar van de gemeente heeft de WOZ-waarde 2009 na bezwaar vastgesteld op € 5.660.000. Partijen verschillen van mening over de waarde die toegekend moet worden aan de 530.227 m² grond van de golfbaan. X bepleit een waarde van € 4 per m² voor de grond. De heffingsambtenaar gaat uit van een grondwaarde van € 8,56 per m².

Rechtbank Breda oordeelt dat beide partijen de waarde van de grond van de golfbaan niet aannemelijk hebben gemaakt. De gemeente baseert zich op een recente grondverkoop maar volgens de rechtbank is niet aannemelijk dat dit een zakelijke transactie betrof. Bovendien wijkt de ligging van de verkochte grond af van de ligging van het golfterrein. X bepleit een waardering van € 4 per m², zijnde de grondprijs voor landbouwgrond. De rechtbank gaat voor het bepalen van de waarde van het golfterrein uit van de ‘Taxatiewijzer Sport'. Gelet op de grootte van het perceel – die ervoor zorgt dat de kosten van het bewerken van de grond minder worden - stelt de rechtbank de waarde vast op 1,5 maal de waarde van grasland (in plaats van tweemaal zoals de taxatiewijzer voorschrijft). De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde naar € 4.795.052,87.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Breda

56

Gerelateerde artikelen