Rechtbank Gelderland oordeelt dat recreatiewoningen (bungalows en onroerende stacaravans) op een terrein voor verblijfsrecreatie als bedoeld in art. 16 onderdeel e Wet WOZ niet tot woning dienen als bedoeld in de artikelen 220a en 220e van de Gemeentewet omdat permanent wonen daarin niet is toegestaan. 

Belanghebbenden zijn eigenaar respectievelijk gebruiker van een bungalowpark in de gemeente Ermelo bestaande uit 52 recreatiewoningen die zijn bestemd voor recreatief gebruik. De heffingsambtenaar heeft het object afgebakend als één WOZ-object.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat recreatiewoningen (bungalows en onroerende stacaravans) op een terrein voor verblijfsrecreatie als bedoeld in art. 16 onderdeel e Wet WOZ niet tot woning dienen als bedoeld in de artikelen 220a en 220e van de Gemeentewet omdat permanent wonen daarin niet is toegestaan. De rechtbank overweegt dat de functie van de onroerende zaak bepalend is. Bij verblijf op een recreatiepark staat niet de woonfunctie voorop, maar veeleer de recreatieve functie. Naar spraakgebruik vereisen wonen en tot woning dienen een zekere duurzaamheid en de mogelijkheid om permanent te verblijven. Een recreatiewoning daarentegen is bedoeld voor kort verblijf. De gemeente heeft gelet op het voorgaande terecht aan de exploitant van het park een aanslag OZB-gebruiker en aan de eigenaar een aanslag OZB-eigenaar opgelegd. De woondelenvrijstelling is dus ook niet van toepassing voor de gebruiker.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220a en 220e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 2 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen