Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische rechter met de door hem aangevoerde redenen onvoldoende onderbouwt waarom een met het EU-recht strijdige bepaling toch gehandhaafd kan blijven.

Het Hof van Justitie EU oordeelt in het Belgisch Syndicaat van Chiropraxie e.a.-arrest (27 juni 2019, C‑597/17, V-N 2019/33.16) dat België in strijd met het EU-recht handelt door de BTW-vrijstelling voor te behouden aan de diensten die worden verricht door beoefenaars van een gereglementeerd medisch of paramedisch beroep. De Belgische rechter maakt vervolgens op 5 december 2019 gebruik van de hem geboden mogelijkheid om de gevolgen voor belastbare feiten van vóór 1 oktober 2019 te handhaven. Volgens de Belgische rechter is het namelijk praktisch onmogelijk om de gevolgen van de gemaakte fouten te repareren. Osteopathie Van Hauwermeiren bv is het hier niet mee eens, omdat het arrest van 5 december 2019 strijdig is met het EU-recht, en vraagt om BTW-teruggaaf. De Belgische rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische rechter met de door hem aangevoerde redenen onvoldoende onderbouwt waarom een met het EU-recht strijdige bepaling toch gehandhaafd kan blijven. De Belgische rechter voert namelijk aan dat het om een groot aantal personen gaat of dat een boekhoudkundig systeem ontbreekt bij diverse betrokkenen om de diensten en de waarde ervan te kunnen identificeren.

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Editie: 10 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

237

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen