Het besluit over de toepassing van de quick fixes in de BTW is gewijzigd. Aan het onderdeel regeling inzake voorraad op afroep is een onderdeel toegevoegd. Hierin wordt ingegaan op de toepassing van de regeling na de Brexit.

Goederen die onder de regeling inzake voorraad op afroep uiterlijk op 31 december 2020 vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk (hierna: het VK) of vice versa zijn verzonden of vervoerd, kunnen uiterlijk tot en met 31 december 2021 onder deze regeling worden geleverd in het VK of in Nederland of worden teruggezonden naar Nederland of het VK. De richtlijn en de regeling voorraad op afroep blijven van toepassing op deze goederen die vóór de Brexit zijn overgebracht onder toepassing van de regeling inzake voorraad op afroep en nadien binnen twaalf maanden worden geleverd of teruggezonden. Vanwege de Brexit ontstaan wel andere administratieve en douane-technische gevolgen.

In de voorbeelden wordt beschreven welke gevolgen de Brexit voor de Nederlandse BTW-verplichtingen heeft voor situaties die zich kunnen voordoen bij de hiervoor bedoelde voorraad op afroep-goederen en hoe daarmee moet worden omgegaan. Tevens wordt een aantal goedkeuringen verleend.

Het besluit vervangt het eerdere besluit van 8 december 2020 (V-N 2021/4.16), treedt in werking met ingang van 23 april 2021 en werkt terug tot en met 1 januari 2020. Het nieuwe onderdeel 4.4 werkt terug tot en met 1 januari 2021.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 23 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen