Het Gerecht oordeelt dat het doel van de steunregeling voldoet aan de voorwaarden van de uitzondering van art. 107 lid 2 onderdeel b VWEU. Ook geldt dat de voorwaarden voor het verlenen van de steun niet verder gaan dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de beschikking rechtsgeldig is, ondanks dat X slechts voor 50% eigenaar van de woning is en zij en haar man veel geld hebben betaald voor de betreffende documenten.

De 30%-herzieningssituatie in het Besluit Wfsv is ook over het jaar in 2021 niet van toepassing. Eerder was deze al voor het jaar 2020 geschrapt (V-N 2020/45.10).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Stichting Particulier Fonds X niet vergelijkbaar is met een naar Nederlands recht opgerichte stichting en derhalve, op grond van art. 3 lid 1 letter a Wet VPB 1969 buitenlands belastingplichtig is voor de VPB.

Ondernemers die al voor de BTW zijn of moeten worden geregistreerd, kunnen de registratiedrempel van de kleine-ondernemersregeling voor zeer kleine ondernemers, niet toepassen.

Hof Den Haag oordeelt dat X bv de verhuurde onroerende zaken niet kan afwaarderen naar lagere bedrijfswaarde. Het winkelpand en het kantoorpand waren in 2013 en 2014 nog verhuurd en de omstandigheden die tot een afwaardering aanleiding kunnen geven, hebben zich pas vanaf begin 2016 voorgedaan.

De Hoge Raad oordeelt dat het Gemeenschappelijk Hof van de Cariben de stelling van X nv over de onzakelijkheid van de lening had moeten behandelen. Dat het hof dit niet heeft gedaan leidt echter niet tot cassatie.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft het ontwerpbesluit houdende een wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland (BRN) in verband met het aanstaande Eindejaarsbesluit 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën heeft onderzoek laten doen naar de effecten die de verlaging van de doelmatigheidsmarge bij toepassing van de gebruikelijkloonregeling heeft op het netto-inkomen van kleine ondernemers met een BV of NV op de BES-eilanden. Eerste Kamerlid Holterhues had hierom verzocht in een motie (36418, nr. P).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X belastingplichtig is voor de VPB. Anders dan X bepleit, werkt de APV-regeling niet integraal door naar de Wet VPB 1969.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de leegwaarderatio niet van toepassing is. X onderbouwt niet met concrete verifieerbare stukken waarom de leegwaarderatio van toepassing is. Onduidelijk is hoe het vastgoed exact wordt verhuurd.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat sprake is van kwade trouw en dat de inspecteur terecht een navorderingsaanslag heeft opgelegd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het Goedkeuringswetsvoorstel Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en Malta tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota van wijziging bevat enkele redactionele correcties.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat X fiscaal niet slechter wordt behandeld dan andere Arubaanse vennootschappen, waarvan de moedermaatschappij een Arubaanse, in de VS gevestigde, vennootschap is.

Het Belastingplan BES eilanden 2024 is in het Staatsblad gepubliceerd en treedt 1 januari 2024 in werking. Voor enkele bepalingen geldt een afwijkende datum van inwerkingtreding.

De koepelorganisatie van belastingadviseurs en accountants op Curaçao, de SBAB, en de belastingdienst van het eiland hebben besloten om gezamenlijk op te treden tegen belastingontduiking door autoverhuurders op Curaçao.