X en haar partner sluiten drie overeenkomsten: een koopovereenkomst van een appartementsrecht in een Rijksmonument, een aanneemovereenkomst ten behoeve van het appartementsrecht en een restauratieovereenkomst. Het appartementsrecht is een eigen woning. X trekt in 2006 € 39.245 af als uitgaven voor een monumentenpand. In 2007 trekt X € 15.648 af. In deze bedragen zijn fiscale advieskosten begrepen. De inspecteur weigert de aftrek. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht over de jaren 2006 en 2007 de aftrek van de restauratiekosten en de fiscale advieskosten weigert. In hoger beroep is de uitspraak van de rechtbank in geschil.
Hof Den Haag oordeelt dat de restauratiekosten en de fiscale advieskosten niet aftrekbaar zijn. De koopovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de overeenkomsten tot renovatie en restauratie. Deze werkzaamheden zijn in opdracht van verkoper verricht. Voor deze werkzaamheden bedingt verkoper een vergoeding van X en haar partner. Die vergoeding drukt niet op X en haar partner. Ook de advieskosten zijn niet aftrekbaar, gegeven de arresten van de Hoge Raad van 12 juli 2013, V-N 2013/34.18 en BNB 2013/199. X' beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel faalt eveneens. X' hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.31