Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de restwaarde uit mag gaan van het gemiddelde van de bandbreedte uit de Taxatiewijzer Onderwijs. De heffingsambtenaar draagt hiertoe een zestal referentieverkopen aan die de restwaarde onderbouwen.

X is gebruiker van een kinderdagverblijf. De WOZ-waarde stelt de heffingsambtenaar vast op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Daarnaast heeft hij een taxatierapport die de eigenaar in een andere procedure met de gemeente heeft ingebracht. Dit taxatierapport bevat een Discounted-Cash-flow berekening van het kinderdagverblijf. X vindt dat de WOZ-waarde gelijk moet zijn aan het eigen verkoopcijfer. Daarnaast vindt hij dat de restwaarde lager moet zijn en dat het gebruik van het taxatierapport in deze procedure onrechtmatig is.

Rechtbank Rotterdam vindt het eigen verkoopcijfer niet bruikbaar. Er is namelijk sprake van een sale-and-leaseback-constructie en een dergelijke verkoop komt niet op de openbare markt tot stand. Het taxatierapport mag de heffingsambtenaar in deze procedure inbrengen, omdat deze niet op onbehoorlijke wijze is verkregen. De rechtbank verwijst hiervoor naar een arrest van de Hoge Raad. De kengetallen uit de Taxatiewijzer zijn onvoldoende met marktgegevens onderbouwd. Echter met het zestal referentieverkopen onderbouwt de heffingsambtenaar de restwaarde afdoende. Omdat verkoopcijfers van onderwijsgebouwen schaars zijn, mag de heffingsambtenaar hiervoor kijken naar cijfers in andere gemeenten. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 14 juni

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen