Hof Den Haag oordeelt dat Rijnvarende X geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. X maakt niet aannemelijk dat hij in 2013 onderworpen is aan een IB-(voor)heffing op Cyprus. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende woont in 2013 in Nederland en werkt op een tot de Rijnvaart behorend binnenvaartschip. Van 1 januari tot 31 juli is X in loondienst bij een op Cyprus gevestigde vennootschap en van 1 augustus tot 31 december bij een in Liechtenstein gevestigde vennootschap. Door de SVB is na bezwaar aan X een A1-verklaring afgegeven waarin is opgenomen dat van 1 januari 2013 tot 31 juli 2013 het Nederlandse sociale zekerheidsrecht op X van toepassing is. Door Liechtenstein is een A1-verklaring afgegeven voor de periode 1 augustus - 31 december. In zijn IB-aangifte 2013 verzoekt X voor het gehele jaar om vrijstelling van premie volksverzekeringen. Naar aanleiding van het bezwaar van X verleent de inspecteur de vrijstelling alleen voor de periode dat X in loondienst was bij de Liechtensteinse vennootschap. X is van mening dat hij recht heeft op voorkoming van dubbele belasting en verrekening van voorheffingen (ingehouden LB en/of premies sociale verzekeringen).
Hof Den Haag (V-N 2019/52.1.2) oordeelt dat X geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. X maakt niet aannemelijk dat hij in 2013 onderworpen is aan een IB-(voor)heffing op Cyprus. Dit geldt ook voor Liechtenstein. Verder is het volgens het hof niet aannemelijk dat de werkgever van X een bedrag van het loon heeft afgezonderd met de bedoeling dit als LB af te dragen aan de Cypriotische of Liechtensteinse fiscus. Ook heeft X geen recht op verrekening van loonheffing, omdat op het loon geen voorheffing heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft X ook geen recht op aftrek van de bijdragen ‘Social Insurance Fund’ en andere bijdragen. Nu de inspecteur een bedrag van € 1660 aan bijdragen ‘Social Insurance Fund’ in aanmerking heeft genomen, zijn reeds meer bijdragen in aftrek toegelaten dan waar X recht op heeft.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 juni