Belanghebbende, X, en zijn echtgenote, Y, genieten een WAO-uitkering. In hun IB-aangiften vermelden zij niet het saldo van hun bankrekeningen in Turkije. In 2014 bedraagt het saldo op de rekeningen € 800.000. Zij nemen dit bedrag in 2014 op. De inspecteur legt in verband met de Turkse bankrekeningen IB-navorderingsaanslagen op aan X. X stelt dat het geld van geldschieters afkomstig is, omdat niet ingezetenen met een Europees paspoort in Turkije een hogere rente ontvangen. Hij overlegt daartoe vijf getuigenverklaringen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat het geld op de Turkse bankrekeningen aan X en Y toebehoort. De inspecteur heeft de aanslagen dan ook terecht verhoogd met het inkomen uit sparen en beleggen. X maakt niet aannemelijk dat het geld afkomstig is van geldschieters. De verklaringen van de geldschieters en hun getuigen stroken niet met de stelling van X en ook niet met de administratie die hij van de door de geldschieters verstrekte leningen zou hebben bijgehouden. Zo overstijgt het totaal van de door de geldschieters verstrekte bedragen het bedrag op de bekende bankrekeningen ruimschoots. Ook verklaren de geldschieters dat Y in 2014 het gehele bedrag heeft terugbetaald, terwijl volgens de administratie van Y al in 2012 en 2013 bedragen terugbetaald zouden zijn. Wel heeft X recht op verrekening van de ingehouden Turkse bronbelasting. Dit leidt er toe dat de aanslag voor het jaar 2012 wordt vernietigd en die voor 2013 wordt verminderd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 mei