Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Oss. In geschil is of de heffingsambtenaar in de bezwaarfase de hoorplicht heeft geschonden en of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat hij de uitnodiging voor de hoorzitting heeft verzonden. De stellingen van de heffingsambtenaar dat uit de postregistratie blijkt dat de uitnodiging verzonden is, dat alle andere correspondentie X wel heeft bereikt en dat de uitnodiging niet retour is ontvangen, zijn hiervoor onvoldoende. Het voorgaande betekent dat X in de bezwaarfase ten onrechte niet is gehoord. Omdat er nog verschil van mening bestaat over de (waardering van) de feiten, ziet het hof geen aanleiding om art. 6:22 Awb toe te passen. Het hof verwijst de zaak met toepassing van de zogeheten bestuurlijke lus terug naar de heffingsambtenaar.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Algemene wet bestuursrecht 7:2