Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar een toezendverplichting heeft die bestaat naast de terinzagelegging van stukken in bezwaar in het kader van horen. De toezendverplichting volgt uit de Wet WOZ. Schending van die verplichting leidt tot de veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten in beroep, ook al is dat beroep ongegrond.

De heffingsambtenaar stelt de waarde van de woning van X vast bij beschikking voor het heffingsjaar 2020. X maakt daar bezwaar tegen en vraagt daarbij om het taxatieverslag met bijbehorende stukken. De stukken worden vervolgens ter inzage gelegd. X maakt geen gebruik van de inzage, Wel vindt een hoorgesprek plaats. Na dat gesprek zendt heffingsambtenaar per email het taxatieverslag toe, zonder bijbehorende stukken. X krijgt de gelegenheid nog te reageren, maar maakt daar geen gebruik van. Daarop volgt een afwijzing van het bezwaar. X gaat na tevergeefs beroep in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar een toezendverplichting heeft die bestaat naast de terinzagelegging van stukken in bezwaar in het kader van horen. De toezendverplichting voorafgaand aan het hoorgesprek volgt uit de Wet WOZ. Schending van die verplichting leidt tot de veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten in beroep, ook al is dat beroep ongegrond. De heffingsambtenaar was niet verplicht een aanvullend hoorgesprek te organiseren in afwachting van de reactie van X op het eerdere hoorgesprek en nagezonden stukken.

Lees ook het thema Op de zaak betrekking hebbende stukken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 40

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Algemene wet bestuursrecht 6:17

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 29 december

197

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen