Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een schenking. De inspecteur maakt aannemelijk dat de onroerende zaken tegen een te lage waarde zijn verkocht en dat X en Y zich hiervan bewust waren.

Medio 2010 verkoopt Y voor € 233.900 onroerende zaken aan belanghebbende, X, met wie hij onder huwelijkse voorwaarden is getrouwd. Omdat er een hypotheek van € 300.000 op deze onroerende zaken rust, betaalt Y tevens een bedrag van € 66.100 aan X. Naar aanleiding van een onderzoek van de FIOD legt de inspecteur een aanslag schenkbelasting op aan X. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat, in verband met het faillissement van E bv, het vermoeden is gerezen dat Y goederen aan de boedel heeft onttrokken. Verder blijkt dat in enkele taxatierapporten ten onrechte rekening is gehouden met bodemvervuiling bij de onroerende zaken. De waarde van de onroerende zaken is volgens de inspecteur dan ook niet € 233.900, maar € 485.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een schenking. Volgens het hof maakt de inspecteur aannemelijk dat de onroerende zaken tegen een te lage waarde zijn verkocht en dat X en Y zich hiervan bewust waren. De eventuele aanwezigheid van asbesthoudende stoffen en (asbest)bodemverontreiniging ten tijde van de levering aan X is niet aannemelijk gemaakt. Verder is er ook geen sprake van de voldoening aan een natuurlijke verbintenis. De gedwongenheid om X verzorgd achter te laten, indien er iets mis zou gaan met de onderneming van Y, had ook bewerkstelligd kunnen worden door de onroerende zaken tegen de werkelijke waarde over te dragen. Aangezien X met Y was getrouwd, had dit geen ingrijpende consequenties voor X gehad. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Successiewet 1956 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 20 februari

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen