De Hoge Raad vernietigt de aan X opgelegde navorderingsaanslag. Uit de gedingstukken blijkt dat X ter zitting in hoger beroep heeft opgemerkt dat de navorderingsaanslag inmiddels was vernietigd. Nu de inspecteur dit niet heeft weersproken, had het hof het hoger beroep gegrond moeten verklaren.

In verband met een overschrijding van de redelijke termijn kent Rechtbank Noord-Holland een immateriële schadevergoeding toe aan X. De rechtbank matigt de ISV daarbij wel. Het namens X gedane verzoek om uitstel van de behandeling van het bezwaar vormt namelijk een bijzondere omstandigheid die in aanmerking moet worden genomen bij het berekenen van de mate waarin de redelijke termijn in de bezwaarfase is overschreden. De aan X opgelegde navorderingsaanslag blijft in stand. Hof Amsterdam is het met dit oordeel van de rechtbank eens. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad vernietigt de aan X opgelegde navorderingsaanslag. Uit de gedingstukken blijkt dat X ter zitting in hoger beroep heeft opgemerkt dat de navorderingsaanslag inmiddels was vernietigd. Nu de inspecteur dit niet heeft weersproken, had het hof het hoger beroep gegrond moeten verklaren. De Hoge Raad doet de zaak af. De stelling van X over de ISV verwerpt de Hoge Raad onder verwijzing naar art. 81 lid 1 Wet RO.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 februari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen