Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, 19 februari 2014 DEU-095/14
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft mede namens de Staatssecretaris van Financiën een brief aan de Tweede Kamer gestuurd naar aanleiding van de situatie in de Oekraïne. Op fiscaal gebied deelde hij dienaangaande ondermeer mee dat het belastingverdrag tussen Nederland en Oekraïne geen invloed heeft op de mogelijkheid van Oekraïne om winsten die toe te rekenen zijn aan ondernemingsactiviteiten in Oekraïne, aldaar te belasten. Ook de mogelijkheden om inwoners van Oekraïne te belasten over hun bezittingen in Oekraïne worden niet beperkt door dat verdrag. Tevens deelde hij mee dat aan de Oekraïne zal worden voorgesteld antimisbruikbepalingen op te nemen in het verdrag. Daarnaast heeft Nederland de wens dat de bepalingen over uitwisseling van inlichtingen geactualiseerd worden. Verder stelt hij dat de Nederlandse Belastingdienst als uitgangspunt hanteert dat geen zekerheid vooraf wordt verstrekt indien er sprake is van of vermoeden bestaat over betrokkenheid bij activiteiten als witwassen, steekpenningen, ernstige vermogensdelicten en/of terrorismefinanciering of een internationale boycot. Mocht de Belastingdienst, bijvoorbeeld bij het vaststellen van de aangifte of een eventueel boekenonderzoek, stuiten op de vermelde activiteiten, dan zal de Belastingdienst deze activiteiten melden bij andere overheids- en toezichtinstanties, zoals het Openbaar Ministerie.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Editie: 21 februari