Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat gemeenten de vrijheid hebben om rioolheffing te heffen van alle perceelseigenaren in de gemeente. Het is niet nodig, aldus het hof, dat de rioolheffing beperkt blijft tot percelen die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering of die op een andere wijze profijt hebben bij de watertaken die de gemeente uitvoert.

X is eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente Hoogeveen bestaande uit een woongedeelte met een bedrijfsgedeelte waarin X een melkrundveehouderij drijft. In de gemeente Hoogeveen zijn belastingplichtig voor de rioolheffing de eigenaren van in de gemeente gelegen percelen. X stelt dat de gemeente Hoogeveen hem voor het bedrijfsgedeelte niet in de rioolheffing kan betrekken omdat vanuit dit gedeelte geen afvalwater en hemelwater wordt geloosd op het riool van de gemeente en het perceel ook geen belang heeft bij de taken die de gemeente uitvoert op het gebied van het beheersen van de grondwaterstand.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat gemeenten de vrijheid hebben om rioolheffing te heffen van alle perceelseigenaren in de gemeente. Het is niet nodig, aldus het hof, dat de rioolheffing beperkt blijft tot percelen die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering of die op een andere wijze profijt hebben bij de watertaken die de gemeente uitvoert. De wijze van heffing van de gemeente Hoogeveen leidt niet tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing die de wetgever bij het toekennen van de bevoegdheid om rioolheffing in te voeren, niet op het oog kan hebben gehad. Nu X eigenaar is van een perceel in de gemeente Hoogeveen, is de aanslag terecht opgelegd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 21 februari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen