Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het geheel van werkzaamheden kwantitatief en kwalitatief van dien aard is, mede gelet op de aanzienlijke waarde van de onroerende zaken, dat bij de vennootschappen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer.

In 2009 is erflaatster overleden. Zij was gehuwd met de heer Y. Y en de drie kinderen zijn de erfgenamen. Tot de nalatenschap behoren aanmerkelijk belang aandelen in diverse vennootschappen, die huizen en bedrijfspanden verhuren. Y en één van de kinderen, de heer B, verrichten hiertoe werkzaamheden. Y besteedt daaraan ongeveer 25 uur per week. B besteedt er wekelijks meer dan 50 uur aan. In geschil is of ten aanzien van de aandelen de SW-bedrijfsopvolgingsfaciliteiten van toepassing zijn. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de vennootschappen voor wat betreft de verhuur geen onderneming drijven zodat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten niet van toepassing zijn. Hof Den Haag oordeelt dat het geheel van werkzaamheden kwantitatief en kwalitatief van dien aard is, mede gelet op de aanzienlijke waarde van de onroerende zaken, dat bij de vennootschappen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat Y en B een jarenlange ervaring en expertise hebben. Door hun persoonlijke betrokkenheid wordt een hoger rendement behaald dan anders het geval zou zijn. De onroerende zaken worden dus op commerciële wijze geëxploiteerd met het doel en de redelijke verwachting daarmee winst te behalen. Het beroep is gegrond. De aanslag in het recht van successie wordt verminderd en er wordt een conserverende aanslag opgelegd.

Bron uitspraak

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35c

Successiewet 1956 35b

Successiewet 1956 31a

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen