Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de 10% verzuimboete wegens het tegen beter (kunnen) weten in aangeven van aanzienlijk te weinig BPM passend en geboden is.

Belanghebbende, X vof, doet in 2015 BPM-aangifte voor de registratie van een (oorspronkelijk) uit de VS afkomstige en in Duitsland geregistreerde tweedeurs Ford Mustang GT V8 Coupé uit 2011. Volgens het taxatierapport van de deskundige is de CO2-uitstoot 284 gr/km en is de X-Ray koerslijstwaarde toegepast van een vierdeurs Chrysler 300 C V6 3.5L. X vof voldoet aldus € 2.806. In geschil is de naheffingsaanslag van € 9.967 en de 10% verzuimboete. De naheffing is gebaseerd op een CO2-uitstoot van 316 gr/km en als referentieauto's zijn drie Ford Mustangs uit 2011 gebruikt. Volgens Rechtbank Den Haag is de Chrysler geen soortgelijke auto en is de naheffing terecht gebaseerd op de gemiddelde handelsinkoopwaarde van andere Ford Mustangs. De boete is ook terecht. X vof is namelijk gespecialiseerd in de verkoop van Amerikaanse auto's en had dus moeten zien dat in het taxatierapport de koerslijstwaarde van een andere auto en ook een feitelijk te lage CO2-uitstoot stond. X vof gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de boete wegens het tegen beter (kunnen) weten in aangeven van aanzienlijk te weinig BPM passend en geboden is. De vele theoretische exercities van X vof over de CO2-uitstoot en de handelsinkoopwaarde geven geen blijk van een juiste opvatting over het BPM-regime. In wezen wordt hierdoor namelijk de BPM vastgesteld van een andere auto. Het beroep van X vof is uitsluitend gegrond met betrekking het alsnog toepassen van de lagere handelsinkoopwaarde van een marge-auto.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 9 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen