X is eigenaar van een vleesvarkensbedrijf met woning. Aan hem is een WOZ-beschikking afgegeven naar waardepeildatum 1 januari 2012, waarbij de waarde is bepaald op € 572.000. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente en X de waarde beide niet aannemelijk hebben gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de gemeente, die gebruik heeft gemaakt van Taxatiewijzers, deze best als hulpmiddel kan gebruiken, maar dat de taxateur zich rekenschap zal moeten geven van de individuele omstandigheden van de onroerende zaak. De Taxatiewijzer Agrarische objecten draagt een grofmazig karakter, waaruit slechts algemene gegevens en algemene kengetallen over die (deel)objecten zijn af te leiden. Volgens de rechtbank is toch nog uitgegaan van te hoge prijzen per m². De gebruikte referentieobjecten, twee intensieve veehouderijen (runderen) te Odiliapeel en een melkveebedrijf te Boekel, kunnen niet als uitgangspunt dienen voor deze kleinschalige varkenshouderij. Het rapport van X betreft een minnelijke taxatie tussen twee partijen, de taxateur van eiser en de taxateur van de Belastingdienst. Het mist onderbouwende gegevens waaruit de door hen getaxeerde waarde valt af te leiden. De rechtbank stelt de waarde in goede justitie vast op € 467.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 2 juni