Hof Den Haag oordeelt dat als een aanslag niet binnen de gestelde termijn wordt betaald de ontvanger X alsnog schriftelijk mag aanmanen om binnen twee weken te betalen. Voor het verzenden daarvan mag de ontvanger per aanmaning € 8 aan kosten in rekening brengen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Aan X zijn wegens het onbetaald blijven van drie MRB-naheffingsaanslagen door de ontvanger aanmaningskosten (drie maal € 8) in rekening gebracht. Het betreft naheffingsaanslagen fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting, die na bezwaar bij uitspraken op bezwaar door de inspecteur zijn gehandhaafd. In geschil is of X de aanmaningskosten is verschuldigd. Volgens Rechtbank Den Haag stelt X vergeefs dat nog niet vast staat of zij überhaupt de fijnstoftoeslag is verschuldigd. Haar betoog vindt geen steun in het recht. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (V-N 2024/38.16.23) oordeelt dat als een aanslag niet binnen de gestelde termijn wordt betaald de ontvanger X alsnog schriftelijk mag aanmanen om binnen twee weken te betalen Voor het verzenden daarvan mag de ontvanger per aanmaning € 8 aan kosten in rekening brengen. De rechtbank heeft dus goede gronden een juiste beslissing genomen. X voert in hoger beroep geen feiten of omstandigheden aan die een nieuw of ander licht op de zaken werpen. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Kostenwet invordering rijksbelastingen 2

Kostenwet invordering rijksbelastingen 1

Invorderingswet 1990 11

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Invordering, Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 19 september

Informatiesoort: VN Vandaag

96

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen