Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de lening moet worden genegeerd vanwege ongebruikelijke contante uitbetaling en omdat de overeenkomst pas veel later is overgelegd.

Belanghebbende, de heer X, handelt vanaf 2006 in oud ijzer op een woonwagenkamp. In dat jaar zijn bij een huiszoeking veel contant geld, hennepplanten en andere verdovende middelen bij hem aangetroffen. Er is later ook onderzoek gedaan naar de eigendom van een woonwagen/chalet. Mede in verband met de opbouw en inrichting daarvan heeft X volgens de inspecteur onverklaarbare grote uitgaven gedaan, terwijl X en zijn echtgenote officieel slechts bijstand ontvingen. In geschil is de IB-aanslag over 2008. In geschil is of door de nspecteur terecht € 121.090 als resultaat uit overige werkzaamheden is bijgeteld. Volgens X heeft hij in 2007 een onderhandse lening van € 25.000 afgesloten die contant is uitbetaald. Dat geld zou zijn gebruikt voor de opbouw van de woonwagen, leges, whirlpool, magnetron, oven en tegels. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de lening moet worden genegeerd vanwege de ongebruikelijke contante uitbetaling en omdat de overeenkomst pas in 2012 heeft overgelegd. De bewijslast wordt ten nadel van X omgekeerd en verzwaard. De schatting van de inspecteur is redelijk voor wat betreft de aanschaf van een Mercedes, espresso inbouwapparatuur, de vaatwasser en de keuken. De aanslag wordt verlaagd tot € 56.526. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 26 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen