Belanghebbende, X, verhuurt in de jaren 2006 tot en met 2010 twee bedrijfspanden waarbij zij heeft geopteerd voor met btw belaste verhuur. In 2006 verhuurt X één van de bedrijfspanden aan een bv waarin haar echtgenoot een aanmerkelijk belang houdt. X heeft in 2009 een container met inboedelgoederen verkocht voor € 49.980 exclusief omzetbelasting. In 2011 verzoekt de inspecteur X om de administratie over de jaren 2006 tot en met 2010 ter beschikking te stellen. X voldoet niet geheel aan dit verzoek omdat een groot deel van de boekhouding (samen met de auto waarin de stukken lagen) gestolen is. In geschil is of de inspecteur terecht een informatiebeschikking (art. 52a AWR) heeft afgegeven.
Rechtbank Breda oordeelt dat de diefstal van de boekhouding uit de auto in de risicosfeer van X ligt en X niet ontslaat van de plicht deze informatie desgevraagd aan de Belastingdienst te geven. De rechtbank overweegt dat X voor de door haar verrichte activiteiten administratieplichtig is. Dat X de administratie niet meer kan overleggen omdat deze gestolen is, dient zoals gezegd voor rekening en risico van haarzelf te blijven. Het is immers de keuze van X geweest om de gehele administratie in een voor diefstal gevoelig goed zoals een auto te bewaren. Ook het feit dat X geen back up heeft gemaakt moet voor haar rekening blijven. De informatiebeschikking is terecht aan X afgegeven.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 34
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52