De heer X is houder van een Nissan uit 1985, waarvoor vanaf 2010 de mrb-oldtimervrijstelling geldt. In het zicht van de wetswijziging per 1 januari 2014 schorst X in november 2013 het kenteken en laat de schorsing sindsdien steeds verlengen. Op 24 juli 2017 wordt geconstateerd dat de auto op de openbare weg staat. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak van 5 augustus 2016 tot en met 4 augustus 2017 van € 810, alsmede de 100% verzuimboete. X stelt dat hij voor het parkeren een vergunning heeft en dat hij alleen met de fiets naar zijn werk gaat en boodschappen doet. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. Parkeren is namelijk ook gebruik van de weg. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat de naheffing terecht is aangezien X op de zitting heeft erkend dat de auto vanaf de schorsing in 2013 tot medio oktober 2018 steeds ongebruikt op de openbare weg heeft gestaan. De boete is ook passend en geboden. De bewering van X dat van de auto nooit gebruik is of wordt gemaakt, wordt bovendien niet zonder meer geloofwaardig geacht. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 14 mei