Belanghebbende, X, exploiteert een onderneming in de vorm van een VOF. Aan X is een naheffingsaanslag omzetbelasting over de jaren 2006 tot en met 2008 opgelegd, waartegen X eerst bezwaar maakt en vervolgens in beroep komt. Rechtbank Arnhem verklaart het beroep van X tegen de aanslag gedeeltelijk gegrond. X komt in hoger beroep. De inspecteur stelt incidenteel hoger beroep in. Met name is in geschil of X het btw nultarief en aftrek van voorbelasting kan toepassen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (17 september 2013, nr. 12/00113) oordeelt in tegenstelling tot Rechtbank Arnhem dat de inspecteur terecht de aftrek van omzetbelasting en de toepassing van het btw nultarief weigert. Voor zowel de aftrek als het nultarief heeft X geen administratie overgelegd. Tevens heeft X niet aannemelijk kunnen maken dat de inspecteur heeft toegezegd de correcties te laten vervallen. In tegenstelling tot het hoger beroep van X is het incidenteel hoger beroep van de inspecteur gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Wet op de omzetbelasting 1968 15