Recent is gestart met het toezicht op het ten onrechte niet (goed) melden van constructies in het kader van de Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (DAC6). Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën na Kamervragen van het lid Alkaya (SP) over belastingontwijking door Uber.

De staatssecretaris kan niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige. In zijn algemeenheid geldt dat interne verrekenprijzen in overeenstemming moeten zijn met geldende wet- en regelgeving, zoals het arm’s length principe. Of een interne lening binnen die kaders past is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Hierbij spelen bijvoorbeeld maximale leencapaciteit, kredietwaardigheid van de debiteur, looptijd van het instrument, aanwezigheid van zekerheden en eventuele garantstellingen een belangrijke rol. In de analyse wordt tevens betrokken onder welke condities een groep op de markt gelden aantrekt.

Het kabinet erkent dat de internationale oriëntatie van het Nederlandse belastingstelsel gebruikt is voor structuren die belasting ontwijken. Hiertegen zijn al meerdere maatregelen genomen. Om belastingontwijking verder aan te pakken zijn nadere maatregelen aangekondigd. Er is een wetsvoorstel ingediend om vanaf 2024 aanvullende maatregelen te nemen tegen dividendstromen die onder de huidige wetgeving binnen concernverband onbelast kunnen worden uitgekeerd aan lichamen die zijn gevestigd in laagbelastende jurisdicties.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 29 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen