Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bestreden uitspraak op bezwaar niet deugdelijk tot stand is gekomen omdat belanghebbende ten onrechte niet gehoord is. De rechtbank vernietigt het besluit en draagt de inspecteur op om alsnog te horen en opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.

X wordt opgeroepen om aangifte inkomstenbelasting 2017 te doen. Nadat de inspecteur een aantal keer uitstel heeft verleend doet X - na aanmaning - geen aangifte. Daarop legt de inspecteur een ambtshalve aanslag op. X komt in bezwaar, maar motiveert dat bezwaar niet. De inspecteur stelt X in de gelegenheid dat verzuim te herstellen en verlengt de termijn daarvoor een aantal keer. De inspecteur geeft aan dat het bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard en dat horen achterwege blijft als X niet motiveert. Er komt geen motivering van het bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar kennelijk ongegrond in plaats van niet-ontvankelijk. X komt in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat niet is komen vast te staan dat het bezwaar van X kennelijk ongegrond is. De inspecteur had daarom niet mogen afzien van horen. De uitspraak op bezwaar is niet deugdelijk tot stand gekomen. De rechtbank vernietigt het besluit en draagt de inspecteur op om X te horen en opnieuw uitspraak op bezwaar te doen. Beroep gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 8:72

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 29 juni

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen