De heer X doet in december 2014 BPM-aangifte voor een uit België afkomstige personenauto met schade. De auto heeft als datum van eerste toelating 22 oktober 2013. Bij de aangifte is een taxatierapport (met foto's) gevoegd. X bv gaat niet in op de uitnodiging om de auto in Soesterberg te tonen, maar hij geeft wel een adres op waar de auto kan worden geschouwd. In geschil is de naheffingsaanslag van € 691, alsmede de boete. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de boete. X stelt in hoger beroep dat hij op 83 km van Soesterberg is gevestigd, zodat niet van hem gevergd kan worden dat hij de auto daar naar toe brengt. De maximale (toon)afstand zou namelijk 150 km zijn. Volgens de inspecteur is deze grens echter 150 km voor een enkele reis.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de eis van de inspecteur om de auto in Soesterberg te tonen gelet op de hoge kosten disproportioneel is. X heeft namelijk onweersproken gesteld dat de auto niet is verzekerd, zodat hij een oplegger zou moeten huren en dat dit € 525 kost. Afgezet tegen het bedrag van de naheffing is dat in verhouding te hoog. Met het taxatierapport maakt X niet aannemelijk dat er meer dan normale gebruiksschade is. De kosten van het taxatierapport zijn voorts ten onrechte opgevoerd als schadepost. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 30 mei