Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat uit het derdenonderzoek geen feiten naar voren komen die niet bekend waren bij de primitieve aanslagregeling. De inspecteur brengt geen stukken in van het derdenonderzoek waaruit wel een nieuw feit zou blijken en faalt daarom in zijn bewijs. De inspecteur is daarom onbevoegd een navorderingsaanslag op te leggen.

X doet aangifte IB/PVV 2013. De inspecteur stelt vragen over een element van de aangifte aan X en aan een derde. X beantwoordt de vragen. De inspecteur wacht de uitkomst van het derdenonderzoek niet af en regelt de primitieve aanslag.

Op basis van de latere conclusies van het derdenonderzoek legt de inspecteur een navorderingsaanslag op aan X. X komt na tevergeefs bezwaar in beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat uit het derdenonderzoek geen feiten naar voren komen die niet bekend waren bij de primitieve aanslagregeling. De inspecteur brengt geen stukken in van het derdenonderzoek waaruit wel een nieuw feit zou blijken en faalt daarom in zijn bewijs. De inspecteur is daarom onbevoegd een navorderingsaanslag op te leggen. Het beroep is gegrond.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 9 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

391

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen