Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het eens met de inspecteur dat voor het begrip aanhorigheden in art. 3.30a Wet IB 2001 het criterium geldt ‘behoort bij een gebouw, daarbij in gebruik en daaraan dienstbaar’. Niet vereist is dat het bouwwerk ‘onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar is aan het gebouw’.
X exploiteert in firmaverband zijn echtgenote een melkveehouderij. Tot het ondernemingsvermogen behoren onder meer een perceel grond, woning, schuur, loods, jongveestal, ligboxenstal, mestsilo, strooiselhok, stierenstal, erfverharding en plaat/sleufsilo's. Bij de aanslagregeling IB 2014 weigert de inspecteur de afschrijvingskosten met betrekking tot het strooiselhok, de erfverharding en de plaat/sleufsilo omdat de bodemwaarde als bedoeld in art. 3.30a Wet IB 2001 is bereikt. Volgens de inspecteur zijn de bouwwerken namelijk aanhorigheden van de bedrijfsgebouwen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het daarmee eens. Dit gelet op de parlementaire geschiedenis en de jurisprudentie. Voor het begrip aanhorigheden in art. 3.30a Wet IB 2001 geldt het criterium ‘behoort bij een gebouw, in gebruik bij het gebouw en daaraan dienstbaar’. De mestsilo en het strooiselhok zijn gelegen vlak naast de ligboxenstal en de plaat/sleufsilo’s zijn gelegen bij de jongveestal en de stierenstallen. Gelet op de ligging en de functie van de bouwwerken behoren deze bouwwerken volgens de rechtbank tot de bedrijfsgebouwen, zijn daarbij in gebruik en daaraan dienstbaar. Daarmee zijn die bouwwerken aan te merken als aanhorigheden. Datzelfde geldt voor de erfverharding, aldus de rechtbank. Daaraan doet niet af dat een deel van de erfverharding ook wordt gebruikt als openbare toegangsweg naar het achterland. Voor de kwalificatie ‘aanhorigheid’ is volgens de rechtbank niet vereist dat de erfverharding uitsluitend dienstbaar is aan de bedrijfsgebouwen. De rechtbank verklaart het beroep van het echtpaar ongegrond.
Lees ook het thema Afschrijving van bedrijfsmiddelen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 juli